Schoolreisje in Spanje
Vrijdag 2 september
We vertrekken vroeg, en gaan met z’n vieren op pad (het Zweeds/Engelse stel, de Deense Christina en ik), ondanks dat het slechts 16 km is. We willen hier graag slapen en vrezen dat het snel vol is. De tocht over de meseta is prachtig. Het is nog fris buiten en het lopen gaat gemakkelijk. Tot nog toe valt de gevreesde meseta mee, maar de lange saaie stukken moeten nog komen. Na een koffiestop onderweg arriveren we al snel bij de ruines. De albergue is echt letterlijk in de ruine gebouwd. Het is heel eenvoudig, zonder electriciteit en warm water. Daar krijg je wel een heel bijzondere slaapplek voor terug! Er is nog plek genoeg, en we installeren ons in de ruines. Het is een oud pelgrimshospitaal en lijkt op een kerk. Alleen de muren staan nog, en de boog aan de voorkant waar de Camino onderdoor loopt. In de nissen stond vroeger water en eten voor de pelgrims. Nu is er dus in dezelfde traditie een albergue in gemaakt. Er is een keukentje en overal in de ruine staan bankjes en tafeltjes waar langstrekkende pelgrims kunnen rusten. De zon is doorgekomen en iedereen leest wat, schrijft dagboeken of houdt siesta. Eigenlijk is het een beetje een rustdag. De ‘verloren’ kilometers van vandaag zijn de komende dagen in te halen, dus het levert geen vertraging op. ’s Avonds is de albergue aardig vol gelopen, we zijn met elf mensen. Gezamenlijk koken we het eten, want restaurants zijn hier niet. Het wordt een gezellig diner. De afwas wordt met de hoofdlampen op gedaan, ook een aparte ervaring. Als iedereen in bed ligt wordt pas duidelijk hoe donker het is. Er is geen licht en alles is stil. Er zijn geen snurkers bij vannacht, dus ik slaap heerlijk!
Zaterdag 3 september
We staan ongeveer gelijktijdig op, maar vertrekken afzonderlijk. Het is nog donker buiten, maar de eerste vier kilometers gaan over de weg en zijn gemakkelijk te volgen. In het dorp ga ik op zoek naar een plek voor ontbijt, maar alles is nog dicht. Dan maar verder op wat mueslierepen en fruit, wat eigenlijk beter loopt dan dat witte brood hier. Alleen koffie zou wel lekker zijn. Ik loop verder het dorp weer uit over een oude Romeinse weg. Voor me doemt een behoorlijke heuvel op, waar de Camino niet omheen kan. Een stevige klim omhoog eindigt op de hoogvlakte met daarachter het eerste ‘lange’ stuk meseta. Ik heb weer geluk met het weer, want het is bewolkt en niet warm. Ik vind het hier prachtig. Het is akkerland, maar met veel meer variatie dan in Frankrijk. Na deze vlakte van een kilometer of acht komen alle pelgrims weer samen op de picknickplaats, waar ook koffie te krijgen is! We drinken snel een kopje en lopen dan door naar het dorpje iets verder voor ‘ontbijt’. Daarna lopen we gezamenlijk door naar Boadilla del Camino. Een prachtige albergue, inclusief gezellig terras en zwembad. Er zijn ook individuele kamers te huur en voor 15 euro pp deel ik een kamer met Christina, een ander voordeel van samen lopen. Als we lekker in de tuin zitten komen eerst Laura en Linda aanlopen, en later ook Chris en Armand. Het is een gezellig weerzien met deze oude bekenden. Door onze korte etappe lopen zij nu weer op ons in. Zo gaat dat op de Camino.
Zondag 4 september
Ik weet niet waarom, maar vandaag ben ik niet vooruit te branden. We lopen weer met z’n vieren, maar al snel ga ik liever alleen even verder. Alleen kun je je beter concentreren en in een soort ‘looproes’ komen. Hierdoor is het gemakkelijker en gaat de tijd sneller. De ‘originele’ route loopt vandaag vooral langs de weg. Wij kiezen voor een mooier alternatief langs de rivier. We lopen naar Carrion de los Condes, waar we in de Monasterio de Santa Clara slapen. We hebben een kamer met een vriendelijke Franse dame en een beetje vreemde Duitser die we al snel David Hasselhof noemen. Hij is best aardig, maar wel wat vreemd. Hij laat ons zijn muziekcollectie horen vanaf zijn telefoon. Ik ken bijna alles, want hij is met name in de jaren 80 blijven hangen. Al met al is het best gezellig.
Maandag 5 september
We vertrekken weer met z’n vieren, aangezien er vandaag een lange saaie etappe door akkerland op het programma staat. Dan is wat aanspraak wel gezellig. Het doet me hier aan Noord Frankrijk denken. Alleen staat er hier ineens heel verrassend een standje met koffie halverwege, waar iedereen met vreugdekreten op af duikt. Het is vandaag weer wat warmer, en zonder de schaduw ook wat zwaarder. De wind maakt het gelukkig goed te doen. Na 17 km is daar dan de verlossing van deze lange rechte weg. Tot op het laatste moment ligt het dorpje in een dal en is het niet te zien. En dan ineens ben je er! Hier staat ook het Rode Kruis met een auto. Bij hitte of slecht weer rijden zij langs de route om te kijken of er geen problemen zijn. Vandaag is dit echter niet nodig. Na zo’n heerlijk broodje met de Spaanse ham (veel lekkerder dan de onze), lopen we het laatste stuk door. We zijn later dan normaal, omdat we vandaag wat kilometers inhalen om weer op schema te komen. We lopen door naar Terradillos de Templarios, een plaats waar vroeger, zoals de naam doet vermoeden, Tempeliers de pelgrims opvingen. Het is druk. Binnen korte tijd lijken beide albergues vol te zijn, en moeten mensen doorlopen naar de volgende plaats. Wij hebben gelukkig nog een plek op een 8-persoonskamer, wat de ‘snurkkans’ verkleint. Helaas gaat de kansberekening hier weer de verkeerde kant op, en ook vanavond een enorme snurker. Dat worden dus weer oordopjes.
Dinsdag 6 september
Ook vandaag lopen we weer gezamenlijk, maar we kiezen vaker onze eigen weg. De route geeft vandaag twee opties: langs de weg richting El Burgo Ranero of door de velden naar Calzadilla de los Hermanillos.’
Wij kiezen voor de optie naar Calzadilla, omdat dit ons ook morgen een lange route langs de weg bespaard. In Sahagun, waar we stoppen voor koffie en tapas, reserveer ik in mijn beste Spaans (dat niet heel goed is) een kamer in een hostel voor vier personen. Het was gisteren zo druk ineens, dat we een volle herberg niet willen riskeren. De route is lang en zonder schaduw. Het is goed te merken dat we de hoogvlakte verlaten, want de temperaturen gaan weer boven de 30 graden uit. Dat wordt dus even doorbijten vanmiddag. Het gaat allemaal prima en rond drie uur komen we in het hostel aan. De kamer is super, en dat voor 15 euro pp. Wel zeker twee keer zo veel als een albergue, maar gegarandeerd een plek en geen gesnurk. Het eten in het hostel is ook fantastisch, dus helemaal voldaan gaan we naar bed.
Woensdag 7 september
We staan vroeg op en hebben een uitgebreid (zelf gemaakt) ontbijt op de kamer. We gaan nl een oude Romeinse weg op en komen de eerste 20 km niks tegen. In het donker gaan we op weg. De opkomende zon is vandaag prachtig. Er hangt wat sluierbewolking die de zon rood kleurt. Hierdoor worden de rode aarde en het goudgele koren nog intenser van kleur. Je moet het zelf hebben gezien om je dit kleurenspel te kunnen indenken, want in woorden en op de foto is het niet goed te vangen. Onderweg komen we langs stukken van de originele Romeinse weg. De stukken zijn afgezet met hekken, zodat je er niet op kunt lopen. De stukken zijn echter zo overgroeid dat de weg niet echt te zien is. Na een aantal uur bereiken we eindelijk de eerste koffieplek. Het is een gezellig tentje met goede muziek en een ontzettend lekkere tortilla. We zijn dus weer helemaal opgeladen voor de laatste kilometers naar Mansilla de las Mulas. Bij binnenkomst lopen we tegen een gloednieuwe herberg aan met een heerlijke tuin om in te zitten. We besluiten te blijven. ’s Middags loop ik Jan en Gerard weer tegen het lijf, waar ik gezellig iets mee drink. We horen ook dat we gister een goede keus hebben gemaaakt. De meeste mensen kozen de andere route, maar daar bleek de tussenliggende herberg gesloten vanwege bedwantsen. We zijn al wel mensen tegen gekomen die zijn gebeten, maar een gesloten herberg is voor ons nieuw. Mensen moesten doorlopen naar de volgende herberg die de grote stroom pelgrims niet aankon. Met taxis zijn mensen ergens anders heen gebracht. Dat is ons dus mooi bespaard gebleven.
Donderdag 8 september
De Camino doet een volgende grote stad aan; Leon. Het is slechts 18 km, maar de stad in is nooit leuk. Het eerste stuk valt mee. Het idee was om vroeg op te staan, te ontbijten en dan rond zeven uur te vertrekken. We hebben weer met z’n vieren afgesproken, en het duurt even voordat iedereen klaar is. Eerst maar een stuk lopen dan en onderweg ontbijten. We komen terecht in een soort wegrestaurant, met klassieke walsen uit de speakers om de autoweg te overstemmen. Hier ontbijten we, waarna we afzonderlijk van elkaar doorlopen. Ik merk onderweg dat ik te weinig gedronken heb, en me niet zo lekker begin te voelen. Ik begin snel mijn voorraad water op te drinken, maar wil toch onderweg een tijdje stoppen tot ik me beter voel. De temperatuur werkt ook niet mee. Het gaat weer over de 30 graden heen. Het water doet zijn werk goed en na een half uurtje ben ik weer fit om verder te gaan. Jenny en Will kon ik niet meer bereiken, maar Christina weet dat ik wat later kom. Helaas komt zij Jenny en Will niet meer tegen, dus die weten van niks. Leon heeft vele logiesopties en we weten niet waar ze heen zijn. Met z’n tweeen lopen we Leon in, wat ontzettend meevalt en eigenlijk helemaal niet vervelend is. Na enig zoeken besluiten we een privekamer te nemen in de jeugdherberg, dan kunnen we in ieder geval even lekker slapen. De stad is prachtig en voelt goed aan, en ik overweeg om hier een extra dag te blijven. Ook Christina voelt hier wel wat voor, maar dat betekent dat we Jenny en Will gedag moeten zeggen. Na wat rondkijken in de stad, besluit ik dat ik nog een dag wil blijven. Ik wil de stad op m’n gemak bekijken. Bovendien is het denk ik goed om weer wat meer ruimte te hebben en afscheid te nemen. Ook Christina besluit te blijven. We zien vervolgens wel of we samen blijven of onze eigen weg gaan. ’s Avonds eten we heerlijk bij de Chinees, iets waar we al dagen over praten. Er is echter nergens een Chinees te bekennen. De pelgrimsmenus zijn goedkoop, maar kennen weinig variatie. Groenten blijven beperkt tot wat sla en tomaat, dus de Chinees is een welkome afwisseling. Het afscheid van Jenny en Will valt me zwaar. Het voelt alsof ik ze in de steek laat. Ik bedenk echter dat het mijn Camino is en ik hier ben voor mezelf. Bovendien kan ik ze in Santiago weer ontmoeten en wil ik zeker een keertje in Zweden langs. Afscheid nemen hoort bij de Camino, soms wat eerder dan gedacht!
Vrijdag 9 september
Een vrije dag in Leon, dus eerst eindelijk weer eens uitslapen en rustig ontbijten. Vervolgens verkassen we naar de albergue, die wat goedkoper is dan de privekamer. We besluiten gezamenlijk wat dingen te bezichtigen. In de ochtend de kathedraal en het bijbehorende museum. Er is een prachtige collectie religieuze kunst en we brengen er de hele ochtend door. Daarna natuurlijk een siesta, want van zo’n rustdag word je ontzettend moe. Bovendien gaat ook in de grote stad bijna alles tot een uur of vijf dicht. Na wat shoppen nemen we een kijkje in het paradorhotel hier, wat in een prachtig oud klooster zit. Ik heb nog geinformeerd of ik daar kon slapen, maar het zat vol. Gelukkig maar, want het was een flinke aanslag geweest op mijn budget! Het naastgelegen museum is nog stteds dicht, dus slaan we over. Wel nemen we het toeristische treintje om de stad te bezichtigen. Na het eten duik ik vroeg mijn bed in. Ik ben te moe voor de dienst van de nonnen, bij wie we in de albergue te gast zijn.
Één reactie
Poging 2: Eindelijk Wifi! Morgen meer.