Bergjes in Spanje
Zaterdag 10 september
Als om half zeven de deuren van de albergue weer opengaan, staan veel pelgrims al te popelen om weer op weg te gaan. Met een groepje lopen we al kletsend de stad uit. Het is leuk weer nieuwe mensen te ontmoeten. De meeste bekenden zijn nl gisteren al doorgelopen. Toch kom ik onderweg ook weer bekende gezichten tegen. Christina en ik lopen weer samen op. We lopen hetzelfde tempo, en hebben een goede balans gevonden tussen kletsen en lopen. We hebben nl allebei ook onze ruimte nodig om alleen te zijn. Dat werkt goed en de korte etappe naar Villar de Mazarife is zo voorbij. De albergue waar we heen willen is vol, terwijl er niemand te bekennen is. We vermoeden een reservering. Dit wordt later bevestigd als er een grote bus wordt gedropt. Wij vinden het niet eerlijk, maar kunnen er weinig aan doen. We hebben gelukkig een goed alternatief gevonden, en brengen de middag door in ligstoelen in de zon. Opnieuw komen we allemaal nieuw gezichten tegen. We missen het gezelschap van Jenny en Will, maar het is (vreemd genoeg) met z’n tweeen rustiger. Ieder gaat z’n eigen gang en het eten is gezamenlijk met de hele herberg.
Zondag 11 september
De etappe vandaag is ruim 30 km. Weer eens een lange! Het weer werkt gelukkig mee door wat wolken voor de zon te houden en een lekker windje. Het is te merken dat de bergen weer dichterbij komen, want er zitten wat pittige hellingen in de etappe. Ook het landschap verandert en langzaamaan komt er weer wat meer begoeiing. Christina en ik lopen weer samen op, en dat gaat nog steeds goed. Onderweg eten we een meegebrachte lunch, want rond luchtijd was er geen goede stopmogelijkheid. Het laatste stuk naar Astorga is zwaar. Later horen we dat de etappe is verlegd en de route langer is geworden. Geen wonder dus dat het ook verder leek dan we dachten. Vlak voor de albergue gaat het nog even heel steil omhoog. Hierdoor komen alle pelgrims hijgend en bezweet de albergue binnen. Een grappig gezicht als je zelf wat bent uitgepuft. We hebben de luxe in een vierpersoonskamer terecht te komen, met twee andere vrouwen. Geen oordopjes dus vannacht! Astorga heeft een prachtige kathedraal, een Gaudi-gebouw en een Caminomuseum. Helaas is het zondagmiddag, dus alles is gesloten. Het ‘sightseeing’ is dus snel klaar. ’s Avonds eten we met z’n drieen pizza, onze Zweedse kamergenote gaat mee. Het wordt een gezellige avond. We zullen haar niet meer zien, want ze loopt zo’n 50 (geen typefout) km per dag!! Niks voor mij, al zou ik het kunnen. Ik houd het op ongeveer 25 tot 30. Het lopen gaat goed, dus proberen we de km wat op te voeren. Ik heb gezien dat er veel te doen is in Santiago, en Christina wil proberen binnen de beschikbare tijd door te lopen naar Finisterra. Kwaad kan het niet en als het niet gaat, pas ik mijn schema weer aan.
Maandag 12 september
We maken ontbijt in de keuken van de albergue. Daarna verlaten we de stad in het donker. Het is vaak lastig in het donker de bewegwijzering te vinden. Deze bewegwijzering kun je normaal gesproken niet missen; grote borden, stenen paaltjes met een schelp en gele pijlen op alles waar je maar een gele pijl op kunt zetten. Verdwalen is bijna onmogelijk. Nadeel is dat je, als je een stukje de stad in loopt, niet gewend bent op te letten waar je vandaan komt. Dan verdwaal je dus alsnog. Gelukkig zijn de meeste plaatsjes echter zo klein, dat je de weg zo weer terug vindt. Vandaag zonder problemen in het donker de stad uitgelopen. Het is volle maan, dus ook buiten de stad is er genoeg licht. Al snel kleurt de zon het landschap roze. We lopen nu recht op de bergen af, die hoog voor ons opdoemen. Het eerste stuk gaat vals plat omhoog. Aan de voet van de bergen drinken we koffie. Dan begint de klim, die morgen eindigt in het hoogste punt van de Camino op 1550 meter. Het is, tegen mijn verwachting in, toch weer warm geworden. De klim is echter heel geleidelijk en niet echt zwaar. We lopen vandaag door naar Foncebadon. Ooit een spookstadje en de schrik van menig pelgrim vanwege de wilde honden. Nu wordt het stadje nieuw leven ingeblazen en zitten er drie albergues. Waarom het hier verlaten was is mij een raadsel. Het plaatsje ligt prachtig tegen de berg aan en direct aan de Camino. Het is er heerlijk rustig. We luieren wat in de zon en bellen naar huis. Verder maken we een nieuwe planning, waarmee we een dag kunnen inhalen. Het gemak waarmee het lopen vandaag en gisteren ging heeft ons in het idee gesterkt dat het mogelijk is per dag wat meer te lopen. Het is het proberen waard en voor ons een extra uitdaging. Van 20 km lopen word ik al lang niet moe meer, dus wat extra spanning kan geen kwaad. Misschien slaap ik dan ’s nachts ook beter.
2 reacties
Oeps, was ik het helemaal vergeten te posten.
Als ik iets lees probeer ik het me voor te stellen. Na al deze verhalen weet ik het gewoon zeker! De pelgrims worden 's avonds in een schuur gedaan (een hele, hele, hele grote) en dan 's ochtends wordt deze weer opgegedaan en rennen jullie allemaal naar buiten voor de volgende etappe. Dan heb je natuurlijk de koplopers, de achterblijvers, en de gezellige wandelaars. Je hebt ze allemaal al een keer geprobeert 🙂
Na al dat gewandel zal er ook wel iets aan je veranderd zijn. Gespierde kuiten lijkt me, wat nog meer? Nek spieren van je rugtas? Vertel, vertel!!