Etappe 8
Het was weer tijd voor een weekend wandelen. En opnieuw fantastisch weer!! Ik ben bang dat, als ik straks echt ga starten, het vier maanden gaat regenen. Maar goed, nu was het mooi weer en dat kwam goed uit, aangezien ik het weer tentje mee had. Ik begon vrijdag in Gorinchem. Het was slechts een klein stukje lopen naar de veerpont, die mij naar Woudrichem zou brengen. In Woudrichem had ik een camping uitgezocht, waar ik gelijk mijn tentje opzet. De rest van de middag breng ik door in slot Loevestein. Ik wilde het slot heel graag zien en had hier dus speciaal een extra dag voor ingepland.
Met de veerpont weer naar Loevestein, dat op een eiland ligt. Met de slotgracht en grote toegangspoort is het een echt kasteel. Ik ga eerst lunchen in het straatje dat op het terrein van het kasteel ligt. Heel pitoresk onder grote kastanjes. Na de lunch neem ik een audiotour die mij door het kasteel leidt, en allerlei informatie geeft over de geschiedenis, de bouwstijl en de bewoners. Loevestein was niet echt een bewoond kasteel. In het begin heeft er een soort ‘beheerder’ gewoond, maar al snel werd het gebruikt als opslagplaats voor wapens en als staatsgevangenis. De bekendse gevangene was Hugo de Groot, die hier met boekenkist is ontsnapt. Het is wel een prachtig oud kasteel. Het stamt uit de Middeleeuwen en heeft meer weg van een fort. De soberheid van het kasteel vind ik prachtig en ik voel me er al gelijk thuis. Waarschijnlijk heb ik in een vorig leven op een kasteel gewoon of zo, want ik word altijd erg blij van kasteelbezoeken.
Na alles binnen gezien te hebben, loop ik buiten nog wat rond. Rondom het kasteel lopen schapen en je kunt een rondwandeling maken over de kasteelwal (of is het een muur?) Na het bezoek drink ik op het terras nog een kop thee, en ga dan met het voetveer terug naar de camping. De rest van de middag lig ik wat op het strandje aan de Merwede in de zon. Ik heb geen zwemspullen bij me, maar pootjebaden is al verkoelend genoeg! Ik geniet van een ijsje en stippel een nieuwe route uit voor straks in BelgiĆ«. ’s Avonds vroeg naar bed, zodat ik morgen bijtijds op pad kan.
De volgende dag ben ik vroeg uit de veren. En na het ontbijt met een banaan en een kop koffie ben ik om negen uur op weg. Ik loop langs de bakker voor wat proviand, want onderweg kom ik eigenlijk niks tegen. Het eerste stuk valt best zwaar. Het is weer wennen aan de rugzak en de route loopt voornamelijk langs wegen en geasfalteerde fietspaden, niet echt mijn favorieten. Toch schiet het wel aardig op, en kom ik onderweg ook nog wat mooie stukjes tegen. Het asfalt heeft helaas de overhand vandaag. De afstand valt mee, en na zo’n 18 kilometer kom ik aan bij de volgende camping in Aalst. Ik krijg een mooi plekje aan de vijver, en als de tent staat neem ik snel een douche. Het was ontzettend warm vandaag, en het voordeel van al die dijken en rivieren is dat er steeds een verkoelend windje staat. Zodra dat windje echter weg valt, breekt het zweet je uit. Ook hier doe ik ’s avonds rustig aan, en lees ik met name wat tijdschriften, terwijl op het terrein naast de camping een feestje aan de gang is. Een zanger die nederlandse hits ten gehore brengt, in een genre waar ik niet echt van houd. Steeds als ik denk dat hij gestopt is, komt hij toch weer terug. Wel een paar uur lang!! Ik zit echter lekker in het zonnetje met mijn kopje thee en het maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Zodra het begint te schemeren nemen de vogels en de kikkers de achtergrondmuziek over, waar ze natuurlijk na een korte pauze ’s nachts vanaf een uurtje of vijf weer vrolijk mee doorgaan. Geen idee wat het allemaal voor beesten waren, maar het was me een herrie!! Dan zit je toch lekker rustig op 24 hoog midden in de stad!
Rond half acht dan maar de slaapzak uit, en alles inpakken. Ik heb al een soort ritme gevonden, waarmee ik in een uurtje heb ontbeten, gedouched en alles ingepakt. Alles past gemakkelijk in mijn rugzak, en het gewicht is te doen. De tweede dag gaat het lopen al veel beter, en zeker het begin van de route is leuk over paden omzoomd door fluitekruid. Omdat op zondag het pontje niet vaart, moet ik over de dijk richting Heusden. Weer veel asfalt en fietspad, dus ik zet de pas er in. Hierdoor ben ik al rond twaalf uur in Heusden, waar ik ook Brabant binnen loop. In Heusden een welverdiende kop koffie met appeltaart (dat had ik dit weekend nog niet gehad), en dan door naar de bus. Met de trein vervolgens weer richting Rotterdam.
Volgende week de laatste etappe van dit Pelgrimspad deel 1 naar Den Bosch (deel 2 loopt door naar Maastricht en bewaar ik voor een andere keer).