Drukte in Spanje

Drukte in Spanje

Vrijdag 26 augustus
Ik heb vannacht heerlijk geslapen! Scheelt toch aanzienlijk als je met minder mensen op een kamer ligt. De dag begint ook goed met een fantastisch ontbijt, met bruin brood! Een zeldzaamheid hier, maar natuurlijk veel beter voor een wandelaar als dat witte brood. Als ik rond zeven uur ga lopen is het fris, maar er hangen dreigende wolken in de verte. Na alle hitte ben ik er echter wel blij mee en ik loop heerlijk. Als het echt gaat regenen duikt iedereen een barretje in en heb ik de Camino voor mezelf. De route is vandaag ontzettend mooi. Langs wijngaarden en over bergen en door dalen. Het gaat vandaag super. Is het het ontbijt, de frissse lucht of de prachtige omgeving? In Vianna moet ik besluiten of ik daar blijf, of tien kilometer verder loop naar Logrono. Ik kies voor het laatste en neem hiermee afscheid van wat mensen die in Vianna blijven. Misschien kom ik ze later weer tegen. Het stuk naar Logrono is saai, zoals altijd als je een grote stad nadert. Je ziet wel dat de gemeente probeert het saaie stuk aangenamer te maken, maar dat lukt slechts gedeeltelijk. Misschien komt dit ook omdat het een lange etappe van 28 km is. In Logrono is de auberge municipal al vol, dus wijk ik uit naar de christelijke herberg naast de kerk van Santiago. Ook hier is het druk. Ik heb het laatste bed en de rest slaapt op matjes op de grond. ’s Avonds woon ik de pelgrimsmis bij, waarbij we ook een pelgrimszegen krijgen. Nu moet het goed gaan tot aan Santiago!


Zaterdag 27 augustus

In het donker wandel ik Logrono uit. Zodra ik de drukke snelweg ben gepasseerd, gaat de Camino een groot park in, dat lijkt aangelegd als recreatiepark voor de stad. Veel bankjes en picknickplaatsen, maar die heb ik nu nog niet nodig. Na anderhalf uur eet ik een banaan, want het gebruikelijke ontbijt van stukjes stokbrood met jam kan mij nog steeds niet vullen. De route is vandaag niet echt mooi. Tussen de grote steden Logrono en Burgos loopt een snelweg, die wij de komende dagen min of meer volgen. Soms van heel dichtbij, dan weer wat verder af. Vandaag is zo’n dag dat we heel dichtbij komen. Het laatste stuk naar Najera lopen we weer wat verder af en is het best mooi. In Najera is een hergerg. Ik ben bang dat deze erg vol zal zijn, na de ervaring met Logrono, maar als ik arriveer is het nog bijna leeg. Het stadje heeft verder een mooi oud klooster dat ik kan bezoeken, en vele terrasjes om te eten en drinken. Ik drink wat met de Belg die naast me ligt. De stapelbedden zijn hier zo opgesteld dat het eigenlijk tweepersoonsstapelbedden worden! Dat is wel erg close met een onbekende, dus eerst maar even kennismaken. Ik eet ’s avonds wat met de Hongaarse Rita. Ik kom eigenlijk zo veel mensen tegen dat het niet te doen is iedereen hier te noemen. Mensen die ik vaker zie zullen vanzelf in een verslag verschijnen.

Zondag 28 augustus
Ik heb niet heel best geslapen, met name dankzij een aantal snurkers. Mijn Belgische vriend naast me kon ik nog een por geven als het te erg werd (zoals hij zelf had voorgesteld), de rest van de zaal niet. Nu heb je met name last van mensen die tot ongeveer drie bedden verder liggen. Met een beetje geluk ligt er dus geen snurker in de buurt en slaap je aardig, totdat de eerste mensen rond half vijf opstaan. Zelf vertrek ik weer rond zeven uur. Vandaag blijft de route wat verder weg van de snelweg en loopt prachtig door de heuvels. De grond is hier rozerood en in het ochtendlicht prachtig. Het is slecht 21 kilometer, dus rond een uur kom ik in Santa Domingo aan. Het oude pelgrimshospitaal is hier omgebouwd tot een luxe hotel uit de ‘paradores’-keten. Al jaren wil ik eens een rondrit maken langs deze hotels, dus grijp ik deze kans om weer eens in een hotel te slapen. De kamer is prachtig, met natuurlijk een bad waar ik uitgebreid gebruik van maak. ’s Middags en ’s avonds kom ik Jan en Gerard (twee vrienden uit Nederland) tegen, met wie ik gezellig wat terrasjes opzoek. Wel nadat we de prachtige kerk (inclusief de levende kippen) hebben bezocht.


Maandag 29 augustus

Vandaag vergeet ik liever weer heel snel. De route loopt heel dicht langs de snelweg, kilometers lang. Bovendien voel ik me beroerd, en loop ik op de automatische piloot. Toch bereik ik op voor mij onverklaarbare wijze toch Belorado. Ik blijf in de eerste de beste auberge die ik tegenkom. Ik betaal iets meer om met minder mensen op een kamer te liggen. Dat pakt goed uit want de kamer blijft verder leeg. Ik voel me nog steeds beoert en lig een tijd op bed. Als ik me na een broodje niet beter voel, besluit ik te kijken of ik vocht tekort heb. Dit heb ik vaker gehad, en de symptomen zijn vergelijkbaar. Snel een liter water drinken en afwachten. Dat helpt! Toch heb ik vandaag braaf twee tot drie liter water gedronken. Ik vermoed dat dit in combinatie met de wijn van gisteren echter niet genoeg was. Nu het in de ochtend ook best fris wordt (15 graden) heb je minder dorst, maar je lichaam heeft het blijkbaar wel nodig. Stom natuurlijk dat ik hier niet beter op gelet heb, want dat had een vervelende dag kunnen besparen.

Dinsdag 30 augustus
Ik voel me ’s ochtends als ik start nog wat slapjes. Vooral mijn spieren hebben te lijden gehad onder het vocht tekort en conditioneel voel ik me enorm terug geworpen. Het maakt me weer eens duidelijk hoe belangrijk het is wat je eet en drinkt. Als je zo fysiek bezig bent, voel je precies wat wel en niet goed voor je is en wat veel en weinig energie geeft, en natuurlijk maak ik allemaal goede voornemens om dat straks beter te doen. Ik voel me ook weer wat onzeker of het allemaal wel gaat lukken. Na even lopen en veel water drinken ben ik echter weer de oude en geniet van het lopen en de omgeving. De route volgt weer grotendeels de snelweg, maar blijft wel steeds op een afstand. Het gaat vandaag voornamelijk rechtdoor door naaldbossen, met weinig stopmogelijkheden onderweg. Het is echter lekker weer (25 graden, zon en wat wind), dus uitrusten kan lekker in de schaduw in het gras. Voordat ik het door heb kom ik in San Juan de Ortega. Een heel klein plaatsje dat op moment van aankomst haast alleen bewoond lijkt door pelgrims. Op het plein voor de kerk met het enige terrasje zitten ze overal. Vreemd dat het daar zo druk is, want het laatste uur heb ik bijna niemand meer gezien. Ik wil hier in de auberge blijven, en daar is gelukkig nog plaats zat. Jenny en William (een Zweeds/Engels stel waar ik al eerder gezellig mee heb opgelopen) zijn er ook. De middag brengen we door met wat rondhangen op het plein en het bezichtigen van de kerk en het klooster. Heerlijk rustig allemaal. ’s Middags spreek ik mijn manager van Sogeti. Hoewel werk voor mij nog ver weg is, is hij al langzaam bezig te kijken wat er mogelijk is als ik terugkom. Het ‘normale’ leven gaat natuurlijk gewoon door als ik er niet ben!

Woensdag 31 augustus
De laatste dag van augustus. Morgen begint de laatste maand van mijn reis! Voorlopig lijkt Santiago echter nog ver weg. Vandaag lopen we (ik loop samen met Jenny en william op) naar Burgos, een grote stad, dus dat belooft niet al te veel goeds voor de route. Het eerste stuk is echter prachtig. Door een soort maanlandschap lopen we over een berg, waar we in de verte Burgos al zien liggen. Het zal echter nog uren zijn voordat we dat bereiken. De koffie is vandaag ook dun bezaaid, dus komen alle pelgrims bij de enige stopplaats samen, erg gezellig! Als we Burgos naderen kiezen we massaal voor de alternatieve route langs het vliegveld. Deze heeft minder industrie langs de route, maar is iets langer. Burgos in loopt de route langs de drukke weg en langs saaie buitenwijken. Het is ongelooflijk hoe de energie in deze omgeving totaal verdwijnt, en alle pelgrims zich lijken voort te slepen. Inmiddels heeft zich een aardig groepje gevormd. Zo is het nog ruim een uur naar de albergue. We doodden de tijd met kletsen, dus gezellig is het wel. Als we eindelijk de auberge bereiken waar we graag willen slapen, is er gelukkig nog plaats. Dit duurt echter maar even, want de pelgrims achter ons lopen gewoontegetrouw achter de eersten aan. Er zijn slechts 15 plaatsen, en er zijn bijna allemaal leuke mensen! Bij binnenkomst verwelkomt de hospitalero ons met gitaarspel en zang, en hij speelt goed! Dat is een goede start van de avond! In de middag gaat iedereen z’n eigen gang. Ik eet wat met twee Ieren en ga daarna de kathedraal bekijken. Ik kan me niet herinneren ooit eerder zo’n indrukwekkende kerk te hebben gezien gezien. Ongelooflijk mooi, met enorm veel kunst en pracht en praal. Ik breng er ruim een uur door, van de ene verbazing in de andere vallend. Na de kerk kom ik iedereen tegen in de bar. Eerst gezellig wat drinken, en daarna een leuk restaurantje. Het lijkt wel vakantie! We zijn met een aardige internationale club: twee Ieren, het Engelse/Zweedse stel, twee Kroatische meisjes, een Duitse en ik. Na het eten keert iedereen terug naar de albergue, de deur gaat nl om tien uur op slot. Voor het slapengaan krijgen we nog een concert van de hospitalero. Kortom, een gezellige dag, ondanks het vervelende stuk de stad in.

Donderdag 1 september
Zoals het meestal vervelend is om een stad in te lopen, zo is het ook om er uit te gaan. Door buitenwijken en langs snelwegen ploeteren we (opnieuw met Jenny en William) de stad uit. Vandaag loopt de Camino de meseta op. Een droge hoogvlakte waar weing groeit, en voornamelijk gebruikt voor akkerland. Er is weinig variatie in het landschap en je vindt er weinig schaduw. De temperatuur kan hier oplopen tot 50 graden! Ik bereid me voor op een tweede ‘Noord Frankrijk’. Het valt echter enorm mee. Het is bewolkt en rond de 25 graden met wat wind. De voorspellingen voor de komende dagen zijn ook zo, dus geen broeikas voor ons. Het lijkt het perfecte moment om de meseta op te gaan. Vandaag hoeven we hier maar 5 km overheen te lopen, dus ook dat valt mee. Bovendien vind ik het landschap prachtig. Het heeft iets weg van een savanne, zeker nu alles zo droog is. Ik blijf, samen met Jenny en William, in Hornillos del Camino. Een slaperig stadje waar je alleen wat kunt rondhangen, maar met prachtig uitzicht op de omliggende hoogvlaktes. ’s Avonds bij het eten ontmoeten we Christina, een Deense die ook alleen loopt. Gezamenlijk besluiten we om morgen te kijken of we in de albergue in oude ruines te slapen. Er zijn slechts 12 plaatsen, dus bijtijds vertrekken.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *